Vorige week had ik al een week niet meer geschreven, omdat er niet zoveel spannends gebeurd was. Nu ben ik laat, omdat er juist zoveel gebeurd! Pfew, wat een drukke week en wat een hoop indrukken, maar tegelijkertijd geweldig!!
Maandag begon met het afmaken van mijn literatuurstudie en ’s middags langs de uni om te kijken of ze al hadden geregeld dat ik in de auto’s van de uni mag zitten. Eerst mocht dat niet, omdat ik als niet-officiele-student dan niet verzekerd ben. Al gauw zitten zowel Tone Joran (hoofd van het department), Annette (hoofd van de administratie) en Frank (prof) erbij en buigen zich over allerlei gek administratief kunst- en vliegwerk om mij een soort studenten status te geven. Ook financieel zitten er dan wat haken en ogen aan en ze zijn serieus in overleg als Mona langs komt lopen met haar 8 weken oude Bobtail pupje. Tot mijn verbazing laat bijna de hele afdeling acuut alles liggen om de pup te komen bewonderen! Het is me opgevallen dat het merendeel van de mensen hier honden heeft en dol op honden is. Probeer een afspraak met Frode te maken en het antwoord is “Ik heb vanavond puppy-cursus, dus ben morgen wat later.”, loop bij Frank binnen en hij is aan de telefoon over het honden- en paardenvoer wat hij op de terugweg naar huis moet kopen en ik hoor dat Susan nog niet op kantoor is omdat haar hond wat ziek is. Verbazingwekkend, maar wel leuk!
Frank geeft op dit moment ook een vak en met de groep studenten die het vak volgen gaat hij elk jaar ook één keer het veld in om ze te laten zien hoe het werk met de bevers gaat. Roo, Bjørnar en ik willen in Patmos wat bevers vangen en Susan gaat voor de eerste keer mee. Frank wil dat graag combineren met het tripje van de studenten, dus Roo en ik zorgen dat al het materiaal klaar is. Ik mag nog niet in de busjes van de uni, dus heb mijn eigen auto mee en dan blijkt dat de studenten zelf niet genoeg auto’s hebben, dus er gaan er ook 4 met mij mee. In Akkerhaugen staat Veronica klaar met haar eigen boot, zodat we in totaal 4 boten hebben. Frank, Bjørnar en Susan nemen één boot en hopen wat bevers te kunnen vangen. Veronica neemt één boot met een groep studenten, Roo neemt een boot met een groepje studenten en ik neem 7 studenten mee in een boot. Opeens vind ik mezelf als ‘leider’ in de boot en wordt er van me verwacht dat ik ze vertel over het veldwerk, uitleg hoe ze territorium grenzen kunnen herkennen, ze burchten laat zien met de ingangen, vertel over het gedrag van de bevers en over onze doelen in het onderzoek. Ik voel me eerst wat ongemakkelijk erin, maar het gaat al snel makkelijk en het is leuk om er over te vertellen en de vragen te beantwoorden.
We varen een tijdje en ondanks dat de omstandigheden niet slecht zijn, zien we weinig. Uiteindelijk zie ik gedurende de hele nacht twee keer een bever, dus mijn groep studenten heeft in ieder geval iets gezien. Veronica’s groep ziet niets en Roo’s groep ziet helemaal aan het eind in de haven één bever die verbazingwekkend genoeg tegen hun boot opbotst!! We weten geen enkele bever te vangen en ook Frank, Bjørnar en Susan zijn onsuccesvol. Teleurstellend en niet erg leuk voor de studenten, maar niets aan te doen. It’s all in the game.
We laden de boten weer op en brengen de studenten naar huis. Ik help Roo met het uitladen en opruimen van alle spullen, breng daarna Susan naar huis en rijd dan door naar huis om gauw wat te slapen, want de volgende ochtend wil ik met de studenten mee in hun kennismakings college in het lab.
Aangezien Frank me heeft gevraagd om wat spullen die we gebruiken voor het veldwerk op te halen uit de garage en naar Frode te brengen, vertrek ik vroeg. Eerst langs Frode voor de sleutel, dan naar de garage voor de spullen en terug naar Frode om mee te lopen naar het lab. We krijgen een rondleiding door de verschillende laboratoria en uitleg over de apparatuur en het soort werk wat daar gedaan wordt. Erg handig aangezien ik verschillende van die labs en spullen snel zal gaan gebruiken. Ze blijken dezelfde software te gebruiken als in Wageningen, dus dat scheelt!
Daarna komen we terug in het lokaal waar we begonnen en vertelt Frode iets over de verschillende data loggers en transmitters die gebruikt worden. Dan blijk ik opeens het college verder over te nemen en te vertellen over de metingen die we doen, monsters die we verzamelen en al het hoe en waarom. Ik had dit niet verwacht, maar het werk is nu al vrij vertrouwd dus ik kan er zonder moeite over vertellen, alle vragen beantwoorden en ze laten zien wat ze eigenlijk afgelopen nacht hadden kunnen zien als we bevers hadden gevangen. Ik heb wat monsters mee uit de vriezer en kan ze laten zien hoe de castoreum en ‘anal gland secretion’ (AGS) eruit ziet en hoe je het verschil tussen een mannetje en vrouwtje kan zien aan de hand van de AGS. Na het college blijf ik nog wat praten met 3 Noorse studenten. Ze kennen Roo al en gaan vannacht mee met veldwerk om eens te zien hoe dat in zijn werk gaat. Wel gezellig weer wat extra mensen mee!
Ik zoek’s middags Roo op en we gaan samen naar Gullbring om kaartjes te kopen voor de theater voorstelling donderdag; ze voeren Hamlet van Shakespeare op. Ben benieuwd!
Het is super gezellig om met zoveel te zijn en te kletsen over van alles. Ola is totaal vogel-gek en ze weten alledrie sowieso veel over het natuurleven hier, dus we kijken niet alleen uit voor bevers, maar ook voor vissen, vogels en andere dieren. We zien een snoek van ongeveer een meter lang, een aal en veel andere vissen die ik niet bij naam ken. We verstoren een groepje Canadese ganzen, komen verschillende eendensoorten tegen, Ola identificeert verschillende kleinere vogels op hun geluid en we horen een paar keer een uil. Ola heeft ook allerlei vogel geluiden op zijn telefoon en speelt die af zodra er een vogel van dat soort in de buurt is en daar reageren de vogels geweldig op. Ze geven antwoord en komen dichterbij.
Ola, Kjetil en Christian zijn erg fanatiek en we zoeken intensief. Iets té, want ze remmen alsmaar af om dichter bij de kant (waar het ondiep is) te komen en zo schieten we niet op. Ik probeer ze wat op te jagen, maar wil ook niet alle pret verstoren. Roo en Bjørnar wachten regelmatig op ons.
Terwijl Roo en Bjørnar een eindje terug aan de linkerkant van de rivier een aftakking onderzoeken, spot ik opeens een kit en een volwassen bever in het riet. Ik waarschuw Roo door de walkietalkie, maar op dat moment besluit Ola dat we daar niet op kunnen wachten. Hij springt uit de boot en meldt dat hij de bever gaan vangen. Ik waarschuw hem dat we beter kunnen wachten en dat hij geheid wordt gebeten, maar hij is vast besloten. Ik zeg hem in ieder geval de volwassene met rust te laten en Christian gooit hem een juten zak toe. Ola vangt de zak en benadert voorzichtig de kit. Die wacht verbaasd af, maar als het te dichtbij komt, schiet de kit richting water. Ola twijfelt één moment en zet dan vol de achtervolging in. Hij haalt de kit in, doet een greep, maar mist... ze rennen achter elkaar het water in, maar daar is de kit veel sneller en duikt gelijk in het diepere water buiten bereik... Het is een hilarisch gezicht en we hebben vanuit de boot een geweldig zicht. Stiekem vind ik het wel erg leuk om weer wat actie te hebben na een paar uur zoeken, maar ik snap ook dat we hier een kans voor Roo hebben verprutst door ons niet aan de instructies te houden.
Teleurgesteld komt Ola terug naar de boot. Bjørnar is flink pissig als hij hoort hoe we de kit hebben weggejaagd. Roo heeft gelukkig wel begrip voor Ola dat hij na al die uren stil zitten ook wat actie wil. En door Ola’s vele ervaring met het vangen en ringen van vogels, dacht hij iets te optimistisch dit ook wel te kunnen.
Op de terugweg zien we ook nog een vos. Hij kijkt ons even aan vanaf de waterkant, maar maakt zich dan toch gauw uit de voeten en schiet het bos in en de helling op.
Als we bij de haven terugkomen, vinden we aan het begin van de haven nog een volwassen vrouwtje! Waarschijnlijk dezelfde die gisteren tegen de boot aan zwom. We vermoeden dat zij het nieuwe territorium aan de haven in heeft genomen en willen haar dus graag een proximity logger op doen. Susan neemt voor de eerste keer de monsters af en we vernoemen deze bever dan ook naar haar. Daarna is het tijd om naar huis te gaan. Ik heb medelijden met de Ola, Kjetil en Christian, want het is nu half 7 en zij hebben om 8.30 weer college!
Woensdagavond gaan we opnieuw naar Patmos voor veldwerk. Dit keer alleen Susan, Roo en ik. We plannen een kort nachtje en ook al wordt het niet echt kort, we zijn toch rond 4 uur terug. Ik bestuur de boot, hou de bevers vast en doe de metingen, terwijl Roo de bevers vangt en Susan leert hoe ze de monsters kan nemen. We vangen Leigh en Ola By die we uitrusten met proximity loggers. We spotten opnieuw Tommy, maar weten hem weer niet te vangen. Hij blijft een uitdaging! Ook zien we 4 andere bevers, waaronder Coco, maar we laten hen met rust aangezien we ze recent al gevangen hebben
Ik zie dat sommige acteurs dubbele rollen spelen, maar als er aan het eind maar 7 acteurs op het podium het applaus in ontvangst nemen, ben ik toch even in de war. Er waren minstens het dubbele aantal rollen! Ik mis toch echt een aantal figuren. Maar als ik beter kijk en terug redeneer kan ik ontdekken wie deze figuren gespeeld hebben. Wat indrukwekkend dat ze dat zo snel kunnen, zo totaal verschillende rollen spelen en dat het gewoon niet opvalt!
Achteraf ontmoet ik nog weer wat van de internationale studenten en maak ik kennis met David, een Duitser die al een aantal jaar in Noorwegen studeert. Ik geef Tanya en David een lift naar huis, maar ga dan zelf terug naar de “Bull In” om met Roo, Susan en Steffi wat te drinken. Één drankje kost me gelijk al 59 kronen (bijna 7,5 euro!)!! Shit, dat ontneemt je de lust wel om een tweede drankje te nemen. Maar we hebben het wel erg gezellig en ook als Susan en Steffi naar huis zijn, blijven we nog een aantal uur hangen en leer ik met een Noor uit het uiterste noorden darten. Zijn Noors is duidelijk anders dan het Noors wat ze hier rond Bø spreken en zijn engels is ook nog eens erg slecht, maar we hebben een leuke tijd.
Vrijdagochtend heb ik om 10 uur met Roo afgesproken om een concreet plan voor het hormoon werk te maken. Hij is laat en komt rond 10.30 uur, dus ik regel ondertussen nog wat formulieren.
Roo is er niet, waarschijnlijk lunchen, dus ik neem een kop koffie om op temperatuur te komen en wacht af. Samen gaan we daarna opnieuw op zoek naar de andere monsters en vinden een deel, maar niet allen. Terwijl ik de nieuwe dozen uitzoek, kiest Roo in de files alternatieven die we kunnen gebruiken. Ik zoek ook die samples er bij en sla ze in een aparte doos op. Dan moeten we alweer haasten, want om 2 uur zouden we in de garage verzamelen om veldwerk te doen. Overdag deze keer! Ik vind het wel een goede ontwikkeling!
Ik ben wat laat, maar help met het pakken van de laatste spullen. We gaan om observaties te doen en te kijken of alle proximity loggers werken en we kunnen uitvinden waar de dieren zich bevinden. Het is heerlijk om overdag op het water te zijn. Ik bestuur de boot en het is erg gemakkelijk als je zo goed zicht hebt. Met de radio apparatuur zoeken we de signalen van de proximity loggers. We kunnen er eerst maar geen wijs uit. Het signaal blijft draaien. Susan gaat te voet het meer in met de antenne en probeert beter ontvangst te krijgen.
Het signaal is ook sneller dan normaal... hmm... Susan loopt achter het signaal aan, maar blijft zich terug naar ons draaien. Als wij ook het water in gaan, lijkt het signaal met ons mee te bewegen. Opeens valt het kwartje, wij moeten iets bij ons hebben wat op dezelfde frequentie signalen uitzendt! En ja hoor, het blijkt Roo’s mobieltje te zijn!! Hahaha, nou ja, Roo kunnen we in ieder geval terugvinden, nu de bevers nog.

We vinden van de 14 dieren er 9 terug. 5 missende signalen is nogal veel en we varen nogal wat heen en weer om toch te proberen het signaal te vinden. We leggen meerdere keren aan en gaan te voet langs de kleine aftakkingen van de rivier waar we normaal met de boot niet kunnen komen, maar de bevers zich wel in kunnen verstoppen. Roo en Susan worden compleet opgegeten door de muggen, maar mij laten ze wonderbaarlijk genoeg met rust, waar ik alleen maar blij mee ben natuurlijk!
Het is een schitterende tocht, we zien veel vogels en verstoren de Canadese ganzen weer. Ook zien we een roofvogel die ik met de boot een tijdje weet te volgen terwijl Roo en Susan hem met de verrekijkers proberen te identificeren. Het is een soort havik, maar preciezer weten we het niet.
We zijn rond 6 uur terug. Ik doe gauw wat boodschappen, realiseer me dat ik mijn telefoon weer in de garage heb achtergelaten, haal de telefoon op, kook snel wat, eet wat en kleed me om. Roo en ik gaan daarna samen naar Kjetil, die ons heeft uitgenodigd in zijn nieuwe huisje.
Het is zo ontspannend en fijn naast het vuur en met de nachtelijke geluiden om ons heen, dat we lang blijven. Als ik eindelijk in de auto stap en de cijfers van het klokje op het display oplichten zie ik dat het al bijna half 5 is!! Oeps!! Ik heb afgesproken om zaterdag Tanya te ontmoeten in Oslo waar ze me de mooiste plekjes zal laten zien. Dat wordt dus heel kort slapen!
Gauw naar huis, belangrijkste spullen in een tas proppen en 2,5 uur slapen. Netjes om half 9 stap ik in de auto en met het navigatie systeempje aan en een lekker cd-tje op rijd ik relaxed naar Oslo. Ik voel me om één of andere reden totaal niet moe en heb er echt zin in. Als ik in de buurt van Oslo kom, worden den heuvels minder en de bebouwing meer. Het wordt er niet mooier op. Maar als ik Oslo dan binnenrijd en overal de bloemen en fonteinen zie, is het schitterend!

Ik heb de navi ingesteld op het adres van de “National Gallery“ en vind een parkeergarage in de buurt. Ik parkeer de auto en laat me opnieuw door de navi leiden. Ik vind de National Gallery gemakkelijk en loop naar binnen. Heerlijk op mn gemakkie wandel ik tussen de schilderijen door. De meeste drukte is er in de Munch-zaal en daar las ik de reisgids ook al veel over. Ik vind het echter drie keer niks en ook de bekende ‘Skrik’ (‘de Schreeuw’) doet me helemaal niets. Ik vind echter een aantal andere zalen, o.a. met landschappen en natuurgetrouwe schilderijen, die ik erg indrukwekkend vind. Veel schilders waar ik nooit van gehoord heb, maar er hangen ook Nederlandse schilderijen en een aantal erg bekende uit andere landen. Ik loop er bijna 1,5 uur rond. Voldaan kom ik naar buiten en kuier door de stad richting de kerk waar ik Tanya zal ontmoeten. Ik heb het adres, maar vind in die straat 2 kerken! Ik sluit één uit en loop naar de ander, maar daar is een trouwerij aan de gang. Ik sms Tanya maar even voor de zekerheid. Een paar minuten later komt ze uit een onopvallend gebouw aan de overkant. Oeps, totaal niet herkend als kerk, ik vond die ander een stuk mooier. ;)
Ik word voorgesteld aan allerlei mensen in de kerk en zie ook Lilia en Lena weer terug. Met zijn vijfen lopen we naar buiten richting mijn auto. Maar dan, tja, waar is mijn auto eigenlijk?? De navi bracht me heel mooi van mijn auto weg en ik heb dus weinig opgelet waar ik precies heen liep, maar ik heb geen adres van de parkeergarage, dus hij kan me niet helpen terug komen. Deels op herinnering en deels op goed geluk leid ik de anderen de stad door. Als ik voor de zekerheid richting wil vragen pik ik uit al die duizenden Noren die hier rond lopen een Nederlandse! Toch knap....! Ik vind de parkeergarage vrij vlot terug, maar de ingang niet. Na drie rondjes eromheen vraag ik een Noor te hulp (ja, een echte deze keer!) en die laat me zien hoe de voetgangersingang achter een inham verstopt zit. Ik haal de auto eruit, pik de meiden op en we rijden naar Lilia’s huis. Daar eten we uitgebreid en relaxen we even.
Thuis hoor ik altijd dat ik veel op Esther lijk, hier hoor ik dat ik op Tanya lijk. Uiteraard vinden we zelf van niet, maar oordeel zelf maar;
Nu zouden we eigenlijk Oslo gaan verkennen, maar Tanya komt in een omslachtig geregel met verschillende vrienden en kennisen die ze wil ontmoeten. Een hoop gebel en gesms heen en weer en we wachten en wachten. Ik begin flink te balen, want hiervoor kom ik niet naar Oslo. De anderen merken het wel, ik kan nou eenmaal niets verborgen houden, maar begrijpen het duidelijk niet zo goed. Uiteindelijk besluiten Tanya, Lena en ik met 3 anderen naar “Kongens Utsikt” (King’s view) te rijden. Het is een klein uurtje buiten Oslo, maar moet een geweldig uitzicht zijn. We rijden erheen, parkeren de auto en terwijl Lena en Tanya naar de wc gaan, heeft de rest al de eerste pauze met druiven.
Dan lopen we een schitterende route door het bos naar boven en een half uurtje later komen we bij een geweldig uitzichtspunt! Wooow!
Terwijl we daar zitten te kletsen, zakt de zon langzaam en verandert de lucht. Het wordt mooier en mooier...
...en mooier...
...en mooier...
...tot de zon achter de heuvels verdwijnt.
Op de terugweg naar beneden drinken we water uit een bergbeekje en als de zon echt weg is, rijden we terug naar Oslo.
Bij Lilia drinken we thee en daarna krijg ik Tanya zo gek om me op de fiets Oslo te laten zien. Oslo heeft een mooi systeem waarbij je voor een klein bedrag het hele jaar fietsen door heel Oslo kan lenen. We lenen Lilia en Eivind's kaarten en nemen 2 fietsen mee. We fietsen een uur door Oslo. De foto's zijn helaas allemaal mislukt in het donker, maar het was geweldig! Een stad bij nacht heeft iets extra's, een ander sfeertje. Het deed me denken aan Athene bij nacht en een beetje aan Barcelona in de avond. Oslo heeft veel mooie gebouwen en alles is uitbundig verlicht. We komen langs Akers brygge (de weg langs de haven met uitgaanscentrum en winkelcentrum), Karl Johan’s gata (dé hoofdstraat van Oslo), King’s palace (duidelijk, het paleis van de Koning dus), Nobel Peace Centre (museum en documentatiecentrum voor de Nobelprijs voor de Vrede), het Stadhuis, Het Storting (hier zetelt het parlement van Noorwegen), het Nationaal Theater en meer... Met de fiets kunnen we bijna overal komen en we slalommen tussen de mensen door. Geweldig!
Na 11en zijn we terug, nemen een douche en dan val ik doodmoe in bed en slaap zodra ik het kussen raak!
De volgende ochtend staan we op tijd op, ruimen de slaapspulletjes op, ontbijten en ik sta om 9 uur klaar. Lena niet, nog niet aangekleed, lunch nog niet gemaakt... Pfft, zijn ze nou altijd zo traag? Ongeduldig wacht ik bij de deur, want om 9 uur zou Catalin ons oppikken om Oslo verder te verkennen. Ondanks mijn ongeduld, duurt het nog bijna een kwartier voordat ik Lena eindelijk mee naar beneden krijg.
We rijden naar het centrum en parkeren de auto. Allemaal gratis op zondag, dus ideaal. Te voet lopen we langs de Akersbrygge (haven) en richting het Akershus Slott (fort). Het is nog in goede staat en mooi om te zien. Hieronder eerst de haven van Oslo en dan bij het fort.
Ook hebben ze een soort wachters net als in Londen, die heel serieus hun taak doen. Meer voor de toeristen waarschijnlijk dan wat anders, maar toch leuk.
Na uitgebreid rond het fort te hebben gewandeld, nemen we op de pier een bus-boot naar de eilanden in de baai van Oslo.
We gaan aan land op Hovedøya (hoved=hoofd, øya=eiland). Het is een schitterend eilandje met bos, velden en rotskusten. Dit is een populaire plek voor barbeque's en feestjes. Op het eiland liggen de ruines van het Hovedøya klooster. Ik ben dol op ruines en vind het leuk om voor te stellen hoe het eens is geweest. Rond te lopen tussen de brokstukken en voor je te zien hoe je door dat klooster zou hebben gelopen...
Daarna een rondje langs de kust van het eiland. Ondanks dat je in de grote stad zit, zit je toch midden in de natuur. Heerlijk! Beste van twee werelden!
We pakken de bus-boot weer terug en wandelen over de industriekant van de haven naar het nieuwe Opera huis. Na veel discussies is dit nieuwe Opera huis totaal uit marmer gebouwd en je kan over het dak lopen. Het zou een imitatie zijn van het Opera huis in Sydney. We lopen over het dak naar boven en het is wel grappig, maar ik ben niet erg onder de indruk. Het gebouw is niet echt mooi en het uitzicht is waardeloos.
We komen langs het station en Catalin werkt daar, dus we gaan naar zijn kantoor om wat te drinken en te eten. Vanuit daar lopen we naar een hotel met 35 verdiepingen. Op zich niet zo bijzonder, maar dit hotel heeft een glazen lift aan de buitenkant van het gebouw. We gaan naar de bovenste verdieping en stijgen zo langzaam boven Oslo uit. Gaaf uitzicht!!
Dan lopen we door de stad terug richting de auto. Ik kom langs veel plekken die ik vorige avond ook gezien heb, maar bij daglicht is het toch wel anders! Een kleine greep uit de vele foto's hieronder.
Hieronder leven Lena en ik ons in de standbeelden in voor 'het Storting' waar het parlement zetelt.
Het Grand Hotel met ervoor een vrouw in nationaal kostuum die een foto maakt van 3 kinderen in bruidskleren.
Voor het stadhuis.
Daarna nemen we de auto naar het beroemde beeldenpark; Vigelandsparken. De beelden zijn indrukwekkend en intrigerend. De tuin met bloemen en fonteinen fascineren me echter nog meer! We spenderen veel tijd in de tuin en er gaat een ontspannende sfeer van uit. Overal wandelen mensen rustig, spelen kinderen, rennen honden uitgelaten rond en er zijn zelfs twee varkentjes bij een gezin.
Halverwege onze wandeling begint het helaas te regenen en we zoeken daarna een cafeetje op.
We drinken wat warms en eten een broodje en als het droog is, lopen we weer terug naar de auto. We rijden terug naar Lilia, daar pak ik mijn auto en rijd naar de kerk waar ik Tanya oppik en we rijden samen terug naar Bø. Ik heb een uurtje om wat te eten en me om te kleden voordat Roo en ik weer met veldwerk gaan.
We gaan naar Patmos voor observatiewerk. We willen sociale interacties vastleggen, zodat we de observationele data later kunnen vergelijken met de data van de proximity loggers om zo hun betrouwbaarheid te testen. Dat is voor een publicatie essentieel en sowieso is het de basis van een goed en betrouwbaar onderzoek.
Het begint al niet helemaal ideaal. We willen de plastic boot meenemen, omdat we vermoeden dat het metaal in de andere boten het signaal verstoort. Maar bij de plastic boot is de verbinding van de aanhanger-lampen met de auto kapot. We moeten het opnieuw verbinden en met twee verschillende schema's proberen we de draadjes in verschillende opstellingen. We krijgen de meest bizarre combinatie's, maar geen enkele is goed. We kiezen de beste optie (knipperlichten werken normaal en als we op de rem trappen gaan 3 verschillende lampen branden) en laten het daar maar bij. Dan moeten we nog een anker, want Roo en Susan zijn het laatste anker gisteren verloren. We vinden een anker wat bij een net hoort en ik diep ergens een geschikt touw op. We horen het niet te gebruiken, maar besluiten het voor een nachtje te lenen.
Het weer is vrij goed en het signaal lijkt beter dan eerder. We localiseren Laurits al gauw en ook al kunnen we hem slecht zien, we kunnen hem horen eten en zien hem af en toe grote takken naar het water slepen om het daar op te peuzelen. We volgen zijn gedragingen voor een uur, waarbij helaas geen andere bevers in de buurt komen. Dan zwemt Laurits weer stroomopwaarts en we willen het anker weer ophalen. Maar daar komt geen beweging in. Hartstikke vast. Voorzichtig geef ik iets gas en laat de boot aan het anker trekken. Geen beweging. Ik probeer de achteruit, want als hij ergens onder gehaakt zit, kan ik hem in de andere richting waarschijnlijk los trekken. Ook geen succes. Ik probeer alle richtingen en geef steeds meer gas. De boot springt en danst aan het uiteinde van het touw. Als ik vol gas geef, zakt de punt van de boot vervaarlijk ver naar voren en Roo houdt zich met handen en voeten vast. Net op tijd laat ik het gas weer los en probeer opnieuw een andere richting. Ik heb er eigenlijk wel plezier in en het is een uitdaging om de boot recht te houden. Maar na alle pogingen zit het anker nog net zo vast als eerst. We moeten het opgeven. We binden een leeg waterflesje aan het touw, zodat het blijft drijven en het anker dus terug te vinden is.
Nu zijn alle bevers natuurlijk een eind weg, dus we varen naar een ander territorium om deze bevers de kans te geven te herstellen. We varen en zoeken voor uren met weinig resultaat. Ik voel duidelijk het tekort aan slaap en ben doodmoe. Mijn ogen willen niet echt focussen en ik zit alsmaar te knipperen. Het geeft me hoofdpijn. We vinden uiteindelijk Leslie, maar die verdwijnt in no time. Terug naar het eerste territorium waar we Laurits en Ola By weten te localiseren, maar ze blijven een eind uit elkaar en we zien geen enkele sociale interactie. Zowel Roo als ik vechten nu tegen de slaap. Het loopt tegen de ochtend, we zijn moe en wat teneergeslagen door de slechte resultaten. We varen terug naar haven. Roo vaart nu en ik zit voorop. De plastic boot is vrij groot en met de flinke motor erachter komt de voorkant ver uit het water. Doordat ik maar in mijn ééntje ben voorin, is er niet genoeg gewicht om de punt omlaag te houden. Roo ziet dus weinig en helemaal niets wat er recht voor hem is. Ik zit op de punt, check waar we heen gaan en hou de oevers in de gaten. Niets bijzonders te zien en mijn ogen zakken weer dicht.... BAF! Een klap tegen mijn elleboog en tegen de boot. Roo en ik schrikken ons allebei dood. We zijn tegen een grote boei opgevaren. Gelukkig wat tegen de zijkant, dus zowel de boot als mijn arm zijn ok, maar ik voel me toch wel erg stom. Gelukkig zijn we nu bij de haven, we laden alles snel in en gauw naar huis... Om half 7 zijn we terug.
Maandag slaap ik, ga 's middags langs de uni en doe wat boodschapjes. Omdat ik zaterdagavond niet mee ben gegaan met veldwerk, oppert Frank dat ik dan een 'lodge watch' kan doen vanavond. Mijn eerste keer veldwerk zonder begeleiding. Naar “Lille Patmos”; een territorium in een kleine aftakking van de rivier in Patmos. Ik rijd eerst langs Akkerhaugen om daar met de radio apparatuur te kijken of ik de bevers “Susan” en “Jan-Marc” kan vinden. We vermoeden dat ze een nieuw territorium vlak bij de haven hebben ingenomen, maar zijn daar niet zeker van. Ik zoek ze allebei, maar krijg geen enkel signaal, helaas. Ik loop 2 rondjes langs de rand van het water en hou het dan voor gezien. Ik rijd door langs de rivier. Zo dicht mogelijk bij de aftakking parkeer ik mijn auto op het erf van een vriendelijke boer en ga te voet verder. Ik heb niet veel materiaal mee, zeker vergelijken met wat we normaal mee hebben, maar toch is het best zwaar. Ik heb een schijnwerper, accu, radio-apparatuur (antenne en ontvanger), verrekijker, extra trui, handschoenen, plastic zak om op te zitten, kaarten en lijsten van de territoria en hun inwoners, hoofdlamp, drinken en wat broodjes. Het eerste stuk kan ik over een pad lopen, maar dan sla ik af het struikgewas in. Het is nogal een geworstel om tussen de struiken door te komen. Ik vind de burcht die ik vanavond ga observeren en zoek een plekje recht tegenover de burcht uit. Hier is het allemaal hoog riet en gras, dus zodra ik ga zitten zie ik niets meer van wat er links en rechts gebeurd. Ik ga daarom op de accu zitten en dat betekent gelijk ook dat ik geen natte broek krijg, wel zo handig! Met de verrekijker in de aanslag wacht ik af. De muggen laten deze buitenkans niet onbenut en vallen massaal aan. Ik probeer ze zoveel mogelijk te negeren, want ik wil niet het risico lopen de bevers af te schrikken door naar muggen te slaan. Makkelijker gezegd dan gedaan, wat de muggen zijn flink irritant. De oplossing komt snel in de vorm van regen. Tja, niet ideaal, maar de muggen houden er duidelijk ook niet van en dat is wel een voordeel! Ik zie al vrij snel de eerste bever, maar ze zien mij nu ook duidelijk. Ze waarschuwen elkaar door hun staart op het water te slaan en houden me in de gaten. Als het donker begint te worden wordt dat een stuk minder. Ten eerste wennen de bevers aan mijn aanwezigheid, ten tweede zien ze niet erg goed, dus in het donker zien ze me nauwelijks als ik stil blijf staan/zitten. In totaal zie ik 8 keer een bever en kan ik ze soms een tijdje volgen. Het is leuk om nu eens rustig te kunnen kijken en ze bezig te zien in hun normale ritme zonder dat we ze verstoren. Ik zie ze takken afbreken en verzamelen, naar het water brengen en daar oppeuzelen, ik zie ze geurmerken afzetten en ik kan zelfs zien hoe een bever een eend uit zijn territorium probeert te verjagen. Ook wat sociale interacties zie ik als twee bevers samen mijn kant uit komen.
Tegen half 10 wordt het steeds moeilijker om wat te zien. Door de verrekijker kan ik niets meer onderscheiden en ook zonder verrekijker is het erg lastig om goed te zien wat er aan de overkant gebeurd. Ik vraag me af of mijn ogen nou moe worden of wat er aan de hand is. Tegen 10en hoor ik zowel bij de burcht als rechts van me bevers, maar ik zie niets. Ik kan de burcht nauwelijks meer zien en zie geen details meer om me heen. Ik twijfel nu sterk aan mijn schijnwerper. Ik probeer mijn hoofdlampje en die geeft zelfs meer licht dan de schijnwerper nu, maar bij lange na niet genoeg om de overkant te kunnen zien. Er zit niets anders op dan op te geven. Ik pak mijn spulletjes bij elkaar en probeer in het pikkedonker mijn weg terug te vinden. Ik ben ontzettend dankbaar dat ik het hoofdlampje heb meegenomen, want anders had ik niets gezien. Ik hoor meerdere keren dieren weg ritselen als ik er aan kom. Als ik wat hoger de oever op klim hoor ik wat groters bewegen. Ik zie niets, maar het klinkt groter en zwaarder als de bevers/vossen/eenden/nertsen/etc.. Ik sta stil, maar hoor niets meer. Ik loop verder en kom aan de rand van een veld. Opeens voel ik me niet meer op mijn gemak. Je kent dat gevoel wel, dat je opeens weet dat je niet meer alleen bent en dat iemand naar je kijkt, zonder dat jij hen gezien hebt. Ik zet de accu neer en draai me om. Het lampje schijnt niet verder, dus ik zie alleen wat graan en struikgewas en .... dan zie ik twee paar ogen oplichten! Het hoogste paar ogen kijkt me recht aan vanaf ongeveer dezelfde hoogte, terwijl het tweede paar ongeveer een halve meter lager opblinken. Ik probeer de schijnwerper, maar die doet niets meer, dus ik richt het hoofdlampje er duidelijker op en zie vaag 2 grote lichamen. Elanden! Een volwassen vrouwtje met kalf! Gaaf, indrukwekkend en ook wel een beetje spannend. Ze zijn nog geen 15 meter verderop en blijven net zo stil staan als ik. Als ik me begin af te vragen of ik me misschien uit de voeten zou moeten maken, draait het vrouwtje zich langzaam op en haar kalf volgt. Rustig stappen ze weg en verdwijnen in het donker.
Ik loop terug naar de auto en rijd terug naar Akkerhaugen. Nog een rondje langs de oever daar om “Susan” en “Jan-Marc” te zoeken, helaas weer zonder succes, en dan kijkt opnieuw een stel oplichtende oogjes me vanuit het donker aan. Ik kan niet zien wat het is, ik zie alleen de oogjes en dan verdwijnt het vliegensvlug in de bosjes. Ongelooflijk, zoveel leven als er is ’s nachts.
Om half 12 ben ik alweer thuis, wel lekker vroeg voor de verandering, maar wel jammer van de weinige resultaten.
Zo hier laat ik het even bij... Er volgen nog wat foto's van het veldwerk waarschijnlijk en ik zal proberen in ieder geval wekelijks wat te schrijven! Tot volgende week!
2 opmerkingen:
omg.... ik eis een audio versie :P
genietze daar
je bro
Hahaha, plaatjes kijken mag ook hoor! ;) En als ik tijd heb wil ik je wel voorlezen via Skype. :P
liefs,
No
Een reactie posten