Zondag avond gaan we naar Lunde. Een nieuw gebied voor mij. Lunde ligt ten zuiden van Bø en de hoofdrivier bij Lunde maakt deel uit van het beroemde Telemark kanaal. Dit kanaal van 105km lang verbindt de Noordzee via Skien met Drammen in het westen en Notodden in het noorden. Er wordt een hoogteverschil van 72 meter overbrugt wat met hulp van 18 sluizen gebeurd. 500 man hebben er 5 jaar aan gewerkt om dit kanaal uit de rotsen te houwen. Het kanaal wordt beschreven als het 'achtste wereldwonder'.De voorbereiding gaat steeds vlotter. Ik begin redelijk geroutineerd te raken en in minder dan 25min hebben we alle benodigdheden aangevuld, de auto volgeladen en de aanhanger met boot achter de auto hangen. We zijn netjes op tijd in Lunde en laten de boot in het water en laden hem vol. Frank en Bjørnar komen ook en doen hetzelfde. We vertrekken en ik bestuur de boot. Dit is een andere boot dan eerst, dus ik moet even wennen, maar het gaat goed.
Het is vannacht helderder, maar daardoor ook kouder. Frank en Bjørnar vangen al snel de eerste bever en Roo en ik gaan aan de slag. Ze houden ons weer lekker bezig en we vangen deze nacht in totaal 8 bevers! Roo en ik werken wel steeds efficienter, ik neem steeds meer werk over en kan ook meten e.d. terwijl ik de bever vasthoud. Het maakt het wel inspannender voor mij, want ik moet heel geconcentreerd werken en verschillende dingen tegelijk doen in de meest onmogelijke houdingen. De hoogtepunten vind ik het loslaten van de bevers. Vooral de kleintjes, die ik uit de zak kan tillen en nog even kan aaien en bekijken voordat ik ze voorzichtig aan de waterkant zet. De volwassen dieren zijn soms nog wel wat agressief en ze lijken ook wat angstiger. De kleintjes lijken meer verbaasd en sommigen blijven nog even naar me zitten kijken als ik ze al los heb gelaten.

Als we een baai in varen om een jonge bever daar los te laten, zie ik opeens een andere bever. Ik attendeer Roo en hij wil er op af! Hij mist duidelijk het vangen, de opwinding en spanning, in tegen stelling tot het wat gewonere werk van het meten en monsteren. Hij grijpt het vangnet en ik vaar de baai in. Echter, het is hier erg ondiep en de motor grijpt in de modder. Ik weet dat ik de motor nu omhoog moet kantelen. Ik zoek gehaast naar de hendel, die ik in de haast natuurlijk niet gelijk vind. Ik klap de hendel om en trekt aan de motor. Geen beweging. Ik probeer het nog eens, maar weer niets. Zou de hendel toch niet goed staan of moet ik meer kracht zetten? Ik controleer de hendel nog eens en probeer het opnieuw. Weer geen beweging. Het duurt veel te lang en Roo springt het water in en waadt door het water en de modder in de richting van de bever. Ik geeft mijn pogingen op en probeer Roo met schijnwerpers en aanwijzingen te helpen, want ik zie beter in het donker dan hij. Ik zie een tweede bever. Roo is te traag voor de bevers, zeker in de modder die hem erg afremt. Na verschillende pogingen zijn we beide bevers kwijt en komt Roo teleurgesteld terug naar de boot. Ik richt mijn aandacht weer op de motor. Doordat Roo nu bevestigt dat de hendels goed staan, durf ik meer kracht te zetten en heel langzaam beweegt de motor omhoog. Deze motor is al zwaarder dan de vorige die ik heb gevaren en nu zit hij vast in de modder en waterplanten, wat het erg zwaar maakt om hem eruit te krijgen. Maar het lukt me, ik maak de motor waterplant-vrij en manouvreer ons de baai weer uit.
De rest van de nacht krijgen we geen kansen meer om wat te vangen en zijn vooral bezig met meten, monsteren en merken. Rond half 5 keren we terug naar de pier. Frank en Bjørnar moeten overdag weer naar de uni, dus ietsje eerder terug is wel verstandig. Verder zien we steeds minder door de dikke mist.
Rond 7 uur rol ik mn bedje in. Ik ben helemaal op. Ik val snel in slaap, maar een paar uurtjes later wordt er al op mijn deur geklopt. Slaapdronken stommel in uit mn bed en open de deur. Het is Nargiza. Alina, Nargiza en haar vader gaan vandaag terug naar huis. Nagiza en Alina voor een paar weekjes, haar vader definitief. Ze moeten naar het treinstation, maar met alle bagage zou dat een gesjouw van zeker een half uur zijn. Met de auto is het nog geen 5 minuten, dus ze hopen op een lift. Ik kleed me snel aan, sjouw de bagage naar beneden, laadt de auto in en breng ze naar het station. Na alle goede wensen en uitzwaaien ga ik weer naar huis. Ik probeer te studeren en zoek de literatuur bij elkaar die ik wil gebruiken voor de introductie van mijn verslag. Ik heb nu een doffe hoofdpijn en overal spierpijn. De kou van gisternacht, het verkrampte zitten in de boot, de moeilijke houdingen tijdens het vasthouden van de bevers, het zitten op stenen en hardhouten pieren en het sjouwen met accu’s, brandstoftanken, etc. eist zijn tol. Ik heb bloeduitstortingen op beide knieen, rugpijn in mijn onderrug en voel de spieren in mijn nek, schouders en benen. Het studeren gaat zo niet, dus ik duik toch nog even mijn bed in.
Wel op tijd weer eruit, want ik moet en zal een werkende telefoonkaart bemachtigen vandaag. Het is een verhaal op zich, want hier ben ik ondertussen al een week mee bezig. Vorige maandag heb ik een sim kaart gekocht. Thuis bleek ik een Noors ‘socal security number’ nodig te hebben om hem te activeren. Dus dinsdag weer terug naar de winkel. Die begrepen me niet en na wat bellen met de fabrikant meldden ze me dat ik een fax moet sturen met mijn gegevens. Uitleg dat ik niet met een fax onder mijn arm naar Noorwegen reis haalt niets uit. Ik ga geirriteerd naar huis en mail de fabrikant. Die reageert dat ik mijn paspoort moet scannen. Pfft, ook een scanner heb ik natuurlijk niet. Maar ik maak een foto van mijn paspoort en mail die. Twee dagen later krijg ik bericht dat ze een nummer missen op het formulier dat ik heb ingevuld. Hier snap ik niets van en dat mail ik ze ook. Ik heb helemaal geen formulier ingevuld of verstuurd. De fabrikant mailt dat ik naar de winkel terug moet en dat zij dat nummer moeten hebben. Ik ben het eigenlijk wel zat nu.
Dus een week later, opnieuw maandag, ga ik naar een andere winkel. Heel simpel stel ik dat ik buitenlands ben en een goedkope Noorse sim kaart wil waarmee ik vandaag nog kan bellen. Het blijkt geen probleem en na wat formulieren en handtekeningen heb ik een werkende Noorse sim!! Zie je wel, het kan wel!! Als ik op het formulier kijk wat ze hebben ingevuld met hulp van mijn paspoort zie ik dat ik nu ben omgedoopt tot “Judith Hovelaken”, maar ach als ik dan kan bellen en bereikbaar ben, vind ik het prima. Maar nu heb ik twee Noorse simmetjes en daar heb ik niets aan, dus ik ga terug naar de eerste winkel. Daar leg ik zo duidelijk mogelijk in simpele, korte Engelse zinnen uit dat ik ontevreden ben, niets met deze kaart kan en dat ik mijn geld terug wil. In opperste verbazing kijkt de vrouw achter de kassa me met grote ogen aan. Ze zegt niets en pakt geld uit de la en geeft dat aan me zonder haar ogen van me af te halen. Ik bedank en zeg gedag en nog steeds geen reactie. Nou ja, ik heb wat ik wil en ga weg.
Thuis plof ik bij Tanya aan tafel. We kletsen en ze geeft me typisch Ukrains eten. Alina heeft het gemaakt voordat ze weg ging en heeft geen kans meer gehad om het te eten, dus ik mag het hebben. Het is rijst met vlees en kruiden gewikkeld in koolbladeren met daarover room en tomatensaus. Het is erg lekker!
Tanya moet op tijd weer naar haar werk en ik maak me klaar voor veldwerk in Patmos! Ik probeer me voor te bereiden op de kou en draag ondertussen: 2 shirts, 1 trui, een legging, spijkerbroek, dikke sokken, daarover ski-sokken, een jas, baggerlaarzen en een reddingsvest. Op mijn hoofd heb ik een pet en een hoofdlamp. Net een michelin mannetje, maar nog steeds heb ik het niet echt warm.
Bij de garage is Roo er al en heeft al wat voorbereidingen gedaan. In minder dan een kwartier zijn we klaar voor vertrek. Patmos ligt in het noorden en we rijden naar Akkerhaugen en varen vanaf daar naar het noorden.
Ik ben al moe als we beginnen, maar laat me niet kennen. Ik vaar en het gaat redelijk, ook al voel ik me er nog erg onzeker in. Bjørnar en Frank zijn in een goede bui en zijn weer aan het geinen. Bjørnar staat voorin de boot en beweegt zijn gewicht van links naar rechts zodat de boot vervaarlijk heen en weer schommelt. Frank scheldt hem in het Noors uit en Bjørnar plaagt hem.

Nu het nog licht is, zijn er nog niet veel bevers en de bevers kunnen ons nu ook nog goed zien, dus zijn ze moeilijker te vangen. We varen langzaam langs de kant en opeens zien we een rimpeling in het water en spot Roo de bever. Hij grijpt het vangnet en ik vaar in de richting van de bever. Hij duikt en ik zie hem niet meer. Op aanwijzingen van Roo probeer ik hem te volgen, maar we raken hem kwijt. Volgens Roo ging ik te hard. Na even zoeken vinden we hem terug. Ik draai de boot en manouvreer opnieuw naar de bever toe. Ik twijfel; je moet snel zijn om ze te vangen, maar vorige keer was ik dus te snel. We gaan richting de ondiepe waterkant en daar moet ik altijd voorzichtig en langzaam in. Snel of langzaam? Ik weet het niet en vaar half kracht naar de bever aan de kant. De bever dreigt te ontsnappen, maar draait dan en probeert langs ons heen te glippen. Roo springt en zet het net snel over de bever heen. Yes!! Gevangen! Ik roep Frank en Bjørnar en zij feliciteren me met mijn eerste bever-vangst. Ik voel me best een beetje trots dat we een bever hebben gevangen terwijl ik pas voor de derde keer een boot bestuurd. Dit wordt echter snel getemperd door Roo’s opmerkingen dat ik te langzaam was en dat we de bever vooral konden vangen omdat hij zo dom was terug te draaien. Tja... Het kan ook niet gelijk perfect zijn denk ik maar en toch heb ik een primeurtje binnen!!
Ik doop dit jonge bevervrouwtje “Coco” naar Corien en we maken een filmpje als ik haar loslaat.
Na het merken en monsteren gaan we verder en al snel dient een tweede primeur zich aan. Frank geeft lichtsignalen met zijn schijnwerper, die meestal betekenen dat we sne moeten komen omdat ze en bever hebben. Ik vaar snel naar ze toe, maar in plaats van een bever hebben ze een eland in hun schijnwerper!! Ze vragen of ik eerder een eland heb gezien en als ik ontkennend antwoord is Frank duidelijk in zijn nopjes dat hij me dit kan laten zien. Het is een indrukwekkend mannetje met een groot gewei. Hij kijkt ons aan en Bjørnar probeert eland geluiden te imiteren om hem daarmee te lokken. De eland vertrouwt het toch niet helemaal en gaat op een sukkeldrafje terug naar de bosrand. Bjørnar verandert de geluiden nu in imitaties van een jachtgeweer. Frank en ik volgen de eland ondertussen met onze schijnwerpers en ik leen Roo’s verrekijker om hem beter te zien. Gaaf, zo indrukwekkend.
De rest van de nacht wordt keihard werk. Frank en Bjørnar zijn enthousiast en vangen de ene bever na de andere. Het is weer vrij koud vannacht, maar gelukkig overwegend droog. We vangen in totaal 11 bevers! Een absoluut record!! Het oude record stond op 9 bevers in één nacht. We werken keihard door. Als we Frank en Bjørnar weer ontmoeten om twee bevers over te nemen, verbaas ik me weer over hun enthousiasme en gedrevenheid. Elke keer als we ze zien vertelt Bjørnar ons enthousiast wat de tussenstand is (aan het eind is dat 31 bevers in 4 nachten!). Bjørnar grapt dat we moeten opschieten, want dat ze over 10 minuten weer terug zijn met nog 2 bevers. Ik lach erom en acuut reageert Frank `Yeaaah, Noelle is laughing!! Great!! That´s the spirit! Keep it up, guys! This is just great! Imagine all the data we have collected now! Keep up the good work!` De laatste woorden schreeuwt hij ons toe als we al weg varen. Met een glimlach op mijn gezicht begin ik met de volgende bevers.
Als het weer licht wordt, begint de tijd te dringen. De auto is om half 7 door iemand anders gereserveerd, dus dan moeten we terug zijn, hebben uitgeladen en de auto hebben schoongemaakt. We hebben nog één bever te gaan en het is half 5. We haasten ons en als we bijna klaar zijn, smst Frank dat ze nog een bever hebben. Ohoh, dat gaat niet meer lukken. We smsen dat zij er maar vast een proximity logger in moeten zetten en dat wij echt geen tijd hebben. We schieten op en varen richting de pier. Halverwege komen we Frank en Bjørnar tegen en Frank weet ons toch te overtuigen snelsnel te helpen met meten en monsteren. Met 4 man is het snel gedaan en 10 minuten later gaan we verder. We varen nu full speed, maar dan zie ik toch weer een bever. Ik rem af en draai in de richting en zie gelijk nog 2 bevers. We hebben hier geen tijd voor, maar het is een mogelijkheid die we bijna niet kunnen laten liggen. Frank en Bjørnar nemen de benodigdheden over en gaan op jacht naar de 3 bevers, terwijl Roo en ik ons terug haasten. Onderweg komt de zon op en schijnt op de mist die om ons heen hangt. Het is schitterend!!
In record tijd halen we de boot aan land, laden alles in de auto en rijden naar huis. Onderweg geniet ik van de geweldige, bijna sprookjesachtige landschappen, door de opkomende zon die op de mist weerkaatst.
De rest van de nacht wordt keihard werk. Frank en Bjørnar zijn enthousiast en vangen de ene bever na de andere. Het is weer vrij koud vannacht, maar gelukkig overwegend droog. We vangen in totaal 11 bevers! Een absoluut record!! Het oude record stond op 9 bevers in één nacht. We werken keihard door. Als we Frank en Bjørnar weer ontmoeten om twee bevers over te nemen, verbaas ik me weer over hun enthousiasme en gedrevenheid. Elke keer als we ze zien vertelt Bjørnar ons enthousiast wat de tussenstand is (aan het eind is dat 31 bevers in 4 nachten!). Bjørnar grapt dat we moeten opschieten, want dat ze over 10 minuten weer terug zijn met nog 2 bevers. Ik lach erom en acuut reageert Frank `Yeaaah, Noelle is laughing!! Great!! That´s the spirit! Keep it up, guys! This is just great! Imagine all the data we have collected now! Keep up the good work!` De laatste woorden schreeuwt hij ons toe als we al weg varen. Met een glimlach op mijn gezicht begin ik met de volgende bevers.
Als het weer licht wordt, begint de tijd te dringen. De auto is om half 7 door iemand anders gereserveerd, dus dan moeten we terug zijn, hebben uitgeladen en de auto hebben schoongemaakt. We hebben nog één bever te gaan en het is half 5. We haasten ons en als we bijna klaar zijn, smst Frank dat ze nog een bever hebben. Ohoh, dat gaat niet meer lukken. We smsen dat zij er maar vast een proximity logger in moeten zetten en dat wij echt geen tijd hebben. We schieten op en varen richting de pier. Halverwege komen we Frank en Bjørnar tegen en Frank weet ons toch te overtuigen snelsnel te helpen met meten en monsteren. Met 4 man is het snel gedaan en 10 minuten later gaan we verder. We varen nu full speed, maar dan zie ik toch weer een bever. Ik rem af en draai in de richting en zie gelijk nog 2 bevers. We hebben hier geen tijd voor, maar het is een mogelijkheid die we bijna niet kunnen laten liggen. Frank en Bjørnar nemen de benodigdheden over en gaan op jacht naar de 3 bevers, terwijl Roo en ik ons terug haasten. Onderweg komt de zon op en schijnt op de mist die om ons heen hangt. Het is schitterend!!
In record tijd halen we de boot aan land, laden alles in de auto en rijden naar huis. Onderweg geniet ik van de geweldige, bijna sprookjesachtige landschappen, door de opkomende zon die op de mist weerkaatst.


We werken hard en snel en redden het op tijd. Frank en Bjørnar komen ook naar de garage en we nemen hun boot en spullen over en ruimen die ook op. We lopen ook alle formulieren langs van de bevers van de afgelopen nachten. Ik heb ondertussen 4 bevers vernoemd; Noëlle, Yorick, Coco en Harrit. Roo werkt zijn lijstje met namen af en Frank en Bjørnar dragen ook nog drie namen aan. Daarnaast hebben we nog een aantal naamloze bevers, dus vernoemen we ook Carry, Esther, Edwin en Ellen.
Tegen half 8 ben ik thuis en neem nog een fotootje van het uitzicht vanuit mijn kamer voordat ik in bed kruip.
Halverwege de middag word ik wakker. Brak, hoofdpijn en opnieuw overal spierpijn. Mijn lichaam is duidelijk door de war, mijn hele rite is overhoop. Ik denk dat ik nu weet hoe een jetlag voelt.
´s Avonds gaan we gewoon weer aan de slag. Dit maal weer naar Gvarv. De weersvoorspelling geeft wat lichte regen tot een uur of 3 en daarna harde regen. We hopen voor die tijd klaar te zijn. Als we boot inladen begint het al te regen. Niet echt licht, maar gewoon een beste regenbui.
Frank heeft ook knallende koppijn nu zegt hij, en zowel hij als Roo klagen `my head isn´t working today´. Ze zijn ook duidelijk afweziger en ik help ze regelmatig herinneren als ze iets dreigen te vergeten.
We varen op en neer, zien af en toe een bever, maar in de regen is het heel moeilijk vangen. We kunnen ons niet meer orienteren op rimpelingen in het water, we kunnen niets onder water zien en onze schijnwerpers reflecteren in de regendruppels.
Frank´s moraal zakt als een gek en hij en Bjørnar discussieren constant over teruggaan of doorgaan. Bjørnar blijft optimistisch en weigert terug te gaan voordat hij een bever heeft gevangen. Dat is hem nog nooit gebeurd en dit verknalt ons hele gemiddelde! Ik moet er wel om lachen en we gaan stug door. Uiteindelijk weten Roo en ik een jonge bever te vangen. Het is Angus, een jong die we vorige week hebben gevangen en we hebben hem dus eigenlijk niet nodig. We geven hem een beter zichtbaar oormerk en laten hem gaan. We zien Noëlle-bever, haar vader Konrad, moeder Hazel, we zien het vrouwtje Judi, maar laten deze allemaal met rust. Twee bevers die we wel willen vangen zien we meerdere keren, maar we krijgen het niet voor elkaar. Het begint harder te regenen. Alles is nat. Rond half 2 begint het ook licht te onweren en ik begin ook wel naar huis te willen. Het onweer is nog ver weg, maar we zitten wel op het water en Roo staat op de voorkant van de boot met het net (metalen staaf dus) recht omhoog gestoken... Hmm, vragen om problemen als je het mij vraagt. Hij legt het net op mijn verzoek plat in de boot en we varen richting de pier terug. Ik verwacht Frank en Bjørnar daar ook te zien, zodat we naar huis kunnen, maar nee.... Ze zijn stroomopwaarts. Dus gaan wij ook. Helemaal tot de rand van het studie gebied en dan weer terug. Ik hoop nu vurig dat we geen bevers meer zullen vangen en rechtstreeks naar huis kunnen. De regen barst nu echt los en we krijgen een wolkbreuk met onweer over ons heen. Zodra ik uit de ondiepe gedeeltes van de rivier gemanouvreerd ben, zet ik het gas vol open. De regen weet nu door mijn jas heen te dringen en alles wordt nat. We bereiken de pier en beginnen met uitladen. Frank en Bjørnar komen iets later. Frank wil de boot uitstappen, maar terwijl hij naar de rechterkant van de boot stapt, hangt Bjørnar toevallig ook naar rechts en de boot helt vervaarlijk ver over. Water stroomt naar binnen en ze gooien gauw hun gewicht om. Bjørnar scheldt natuurlijk weer lekker in het Noors tegen Frank en die probeert vervolgens aan de linkerkant uit te stappen, maar lijkt expres op het randje te gaan staan zodat Bjørnar opnieuw bijna uit de boot tuimelt en er water naar binnen stroomt. Lachend bekijk ik het geheel vanaf de kant, terwijl ze kibbelend als een stel kinderen uit de boot klauteren. Als je toch na zo’n nacht en in zulke omstandigheden nog steeds kan geinen en lachen, is het goed. :)
Voordeel is dat we vroeg terug zijn! We moeten we beide boten leeghozen, naast het gewone opruimen e.d., maar toch ben ik rond 3 uur thuis. Een lekkere warme douche en nu voel ik me eigenlijk pas echt wakker. Tja, ik begin te wennen aan dit nacht ritme denk ik. Ik heb honger en eet een broodje. Om toch mijn ritme niet helemaal definitief te veranderen, duik ik om half 4 wel mijn bedje in en ik slaap vrij snel.
Ben benieuwd of we er komende nacht ook op uit gaan! Het regent en onweert overdag nog steeds, maar de voorspellingen zijn niet erg slecht, dus wie weet!
Tegen half 8 ben ik thuis en neem nog een fotootje van het uitzicht vanuit mijn kamer voordat ik in bed kruip.
Halverwege de middag word ik wakker. Brak, hoofdpijn en opnieuw overal spierpijn. Mijn lichaam is duidelijk door de war, mijn hele rite is overhoop. Ik denk dat ik nu weet hoe een jetlag voelt.
´s Avonds gaan we gewoon weer aan de slag. Dit maal weer naar Gvarv. De weersvoorspelling geeft wat lichte regen tot een uur of 3 en daarna harde regen. We hopen voor die tijd klaar te zijn. Als we boot inladen begint het al te regen. Niet echt licht, maar gewoon een beste regenbui.
Frank heeft ook knallende koppijn nu zegt hij, en zowel hij als Roo klagen `my head isn´t working today´. Ze zijn ook duidelijk afweziger en ik help ze regelmatig herinneren als ze iets dreigen te vergeten.
We varen op en neer, zien af en toe een bever, maar in de regen is het heel moeilijk vangen. We kunnen ons niet meer orienteren op rimpelingen in het water, we kunnen niets onder water zien en onze schijnwerpers reflecteren in de regendruppels.
Frank´s moraal zakt als een gek en hij en Bjørnar discussieren constant over teruggaan of doorgaan. Bjørnar blijft optimistisch en weigert terug te gaan voordat hij een bever heeft gevangen. Dat is hem nog nooit gebeurd en dit verknalt ons hele gemiddelde! Ik moet er wel om lachen en we gaan stug door. Uiteindelijk weten Roo en ik een jonge bever te vangen. Het is Angus, een jong die we vorige week hebben gevangen en we hebben hem dus eigenlijk niet nodig. We geven hem een beter zichtbaar oormerk en laten hem gaan. We zien Noëlle-bever, haar vader Konrad, moeder Hazel, we zien het vrouwtje Judi, maar laten deze allemaal met rust. Twee bevers die we wel willen vangen zien we meerdere keren, maar we krijgen het niet voor elkaar. Het begint harder te regenen. Alles is nat. Rond half 2 begint het ook licht te onweren en ik begin ook wel naar huis te willen. Het onweer is nog ver weg, maar we zitten wel op het water en Roo staat op de voorkant van de boot met het net (metalen staaf dus) recht omhoog gestoken... Hmm, vragen om problemen als je het mij vraagt. Hij legt het net op mijn verzoek plat in de boot en we varen richting de pier terug. Ik verwacht Frank en Bjørnar daar ook te zien, zodat we naar huis kunnen, maar nee.... Ze zijn stroomopwaarts. Dus gaan wij ook. Helemaal tot de rand van het studie gebied en dan weer terug. Ik hoop nu vurig dat we geen bevers meer zullen vangen en rechtstreeks naar huis kunnen. De regen barst nu echt los en we krijgen een wolkbreuk met onweer over ons heen. Zodra ik uit de ondiepe gedeeltes van de rivier gemanouvreerd ben, zet ik het gas vol open. De regen weet nu door mijn jas heen te dringen en alles wordt nat. We bereiken de pier en beginnen met uitladen. Frank en Bjørnar komen iets later. Frank wil de boot uitstappen, maar terwijl hij naar de rechterkant van de boot stapt, hangt Bjørnar toevallig ook naar rechts en de boot helt vervaarlijk ver over. Water stroomt naar binnen en ze gooien gauw hun gewicht om. Bjørnar scheldt natuurlijk weer lekker in het Noors tegen Frank en die probeert vervolgens aan de linkerkant uit te stappen, maar lijkt expres op het randje te gaan staan zodat Bjørnar opnieuw bijna uit de boot tuimelt en er water naar binnen stroomt. Lachend bekijk ik het geheel vanaf de kant, terwijl ze kibbelend als een stel kinderen uit de boot klauteren. Als je toch na zo’n nacht en in zulke omstandigheden nog steeds kan geinen en lachen, is het goed. :)
Voordeel is dat we vroeg terug zijn! We moeten we beide boten leeghozen, naast het gewone opruimen e.d., maar toch ben ik rond 3 uur thuis. Een lekkere warme douche en nu voel ik me eigenlijk pas echt wakker. Tja, ik begin te wennen aan dit nacht ritme denk ik. Ik heb honger en eet een broodje. Om toch mijn ritme niet helemaal definitief te veranderen, duik ik om half 4 wel mijn bedje in en ik slaap vrij snel.
Ben benieuwd of we er komende nacht ook op uit gaan! Het regent en onweert overdag nog steeds, maar de voorspellingen zijn niet erg slecht, dus wie weet!
1 opmerking:
hoi noelle, nog een berichtje, misschien is mijn eerste niet geplaatst ik ben hier kenneloijk niet handig in, fijn dat je het zo leuk hebt en de reis goed gegaan is. tot ziens telle
Een reactie posten